Dynamische pagina's volgen met Google Analytics 4

Link gekopieerd naar het klembord.
Analytics GTM
Laatst bijgewerkt:
26 september 2022
Leestijd:
5 minuten

Inhoud

Sommige websites maken gebruik van dynamische pagina’s waarbij niet de hele pagina ververst wordt maar alleen delen van de pagina. Het zorgt ervoor dat een webpagina sneller wordt geladen maar het maakt het moeilijker voor Google om deze pagina’s te volgen.

Een URL fragment is een stukje tekst achter de hastag (#) in de URL. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt als “anchor links” waarmee je naar een bepaalde sectie op de pagina kunt scrollen.

Daarnaast worden ze gebruikt in dynamische website of zogenaamde SPA’s (Single Page Apps), door alleen delen van een website te verversen en niet de hele pagina zorgt het voor een snellere laadtijd en uiteindelijk een betere gebruikerservaring.

Google Analytics volgt het adres van een pagina, of het pad naar de pagina maar de tekst achter de hashtag wordt niet gevolgd. Als we kijken naar het voorbeeld uit onze trechterverkenning krijgen we het volgende;

Wat wij zien in de adresbalk:

https://huisjes-terschelling.nl/boeken/#verblijf

Wat Google Analytics ziet:

https://huisjes-terschelling.nl/boeken/

Het is dus niet mogelijk om gebruikers te volgen in de verschillende stappen van boekingproces, of in ieder geval, niet zonder enkele trucjes toe te passen.

Verzin hier maar eens een Nederlandse term voor, een “History Change Listener”. Stuur je even een berichtje als je er een te binnen schiet?

Onder de motorkap kijkt een browser met je mee welke pagina’s je hebt bekeken, zo kun je bijvoorbeeld via de terug knop naar de vorige pagina die je hebt bekeken en kun je je browsergeschiedenis bekijken.

De “History Change Listener” krijgt een signaaltje wanneer er iets veranderd in je browsergeschiedenis. Hij ziet niet alleen dat er iets veranderd in de geschiedenis maar hij kijkt ook of er iets is veranderd in het adres. Je voelt hem al aankomen, hij ziet een wijziging van het URL fragment in het adres, en dit kunnen wij gebruiken in Google Analytics.

Om de wijziging van het URL fragment te volgen maken we gebruik van Google Tag Manager. Ik ga er in dit voorbeeld vanuit dat je al gebruik maakt van Google Tag Manager, mocht dit nog niet zo zijn, zorg er dan eerst voor dat je een account maakt en de tag installeert op je website.

Om de wijziging van het URL fragment te volgen stellen we een trigger in die kijkt naar de browsergeschiedenis, in dit geval naar het "replaceState" signaal.

Variabele

Wanneer je inlogt in Google Tag Manager krijg je een overzicht te zien van de ingebouwde variabelen die beschikbaar zijn, in dit voorbeeld maken we gebruik van een combinatie van het URL fragment en de “History Source” variabele.

URL fragment

Als eerste maken we een nieuwe variabele aan voor het url fragment, ga in het menu naar “Variabelen” en klik rechts onderin op “Nieuw”.

URL fragment - Nieuwe variabele aanmaken in Google Tag Manager - Notes
Maak een nieuwe variabele aan, klik op "Nieuw".
URL fragment - Naamloze variabele - Notes
Geef de variabele een naam en kies het type variabele dat je wilt aanmaken.
URL fragment - Type variabele kiezen - Notes
Selecteer het type "URL" onder het kopje "Navigatie".
URL fragment - Componenttype fragment - Notes
Kies voor "fragment" als componenttype, laat de overige opties zoals ze zijn en sla de nieuwe variabele op.

History Source

Om de wijzigingen van het URL fragment te volgen maken we gebruik van de “History Source” variabele. Wanneer het URL fragment in de adresbalk veranderd, worden er meerdere events te gelijk geregistreerd.

Door naast het fragment ook de history source te gebruiken kunnen we een keuze maken en voorkomen dat gebeurtenissen in Google Analytics dubbel geregistreerd worden.

Standaard is deze variabele nog niet beschikbaar in het overzicht. Ga naar configureren en vink deze aan in het overzicht.

URL fragment - Variabele instellen in Google Tag Manager - Notes
De variabele "History Source", staat deze bij jou niet in het overzicht, klik op de knop “configureren” om deze variabale te activeren.
URL fragment - Selecteer de variabele history source - Notes
selecteer de juiste ingebouwde variabele, in dit geval "History Source".

Nu we beide variabele hebben ingesteld gaan we verder met de triggers.

Triggers

Ga naar het menu, klik op triggers en maak een nieuwe trigger aan door op de knop "Nieuw" te klikken.

URL fragment - Nieuwe trigger toevoegen - Notes
Wanneer je een nieuw account hebt aangemaakt zijn er nog geen triggers ingesteld, klik op de knop "Nieuw" om een nieuwe trigger aan te maken.

Voor ieder URL fragment maken we een aparte trigger aan, geef de triggers dan ook een duidelijk naam zodat je ze later van elkaar kunt onderscheiden.

In het voorbeeld maken we gebruik van vijf stappen in het boekingsproces, voor iedere stap maken we een trigger. Dit komt er als volgt uit te zien:

  • URL – Boeken – Verblijf
  • URL – Boeken – Extra’s
  • URL – Boeken – Opmerkingen
  • URL – Boeken – Gegevens
  • URL – Boeken – Overzicht

De trigger moet aan verschillende voorwaarden voldoen, om verwarring te voorkomen voegen we ook het pad van de URL toe.

In theorie is dit niet nodig maar het zorgt ervoor dat wanneer je ergens anders op je website eenzelfde fragment gebruikt deze niet kan worden getriggerd.

Een trigger “moet af gaan” wanneer aan alle drie de condities wordt voldaan:

  1. URL pad moet de tekst “boeken” bevatten
  2. URL fragment moet de tekst “verblijf” bevatten
  3. History Source moet de status “replaceState” bevatten

Zie hieronder ook een overzicht van de instellingen.

URL fragment - Triggerconfiguratie - Notes
Nieuwe trigger aanmaken, in dit geval maken we gebruik van een "Geschiedeniswijziging".

Tag

Alle triggers ingesteld voor de verschillende stappen? Dan gaan we aan de slag met de tag, de tag is een stukje code die er uiteindelijk voor zorgt dat het signaal wordt doorgestuurd naar Google Analytics.

Ga in het menu naar “Tags” en klik op “Nieuw”.

URL fragment - Nieuwe tag aanmaken - Notes
Maak een nieuwe tag aan door in het menu te klikken op "Tags" en vervolgens rechtsbovenin op de knop "Nieuw".

Om een tag in te stellen moet je eerst een tagconfiguratie instellen en vervolgens een trigger kiezen.

Tagconfiguratie

Er zijn verschillende tags waar je uit kan kiezen, selecteer: “Google Analytics: GA4-gebeurtenis” om de gegevens door te sturen naar Google Analytics 4.

Vervolgens stel je je Google Analytics ID in en geef je de gebeurtenis een naam. De naam die je hier kiest komt straks terug in je Google Analytics dashboard.

URL fragment - Tag aanmaken voor url - boeken - verblijf
: In dit voorbeeld maken we gebruik van verschillende omgevingen, heb je deze niet vul dan hier je Google Analytics ID in.

Zoals je ziet kun je hier nog veel meer gegevens meesturen, zo kun je bijvoorbeeld de aankomst- en vetrekdatum die de bezoekers heeft gekozen meesturen als een parameter. Hoe dit precies werkt komen we een andere keer op terug.

Triggers

Wanneer je de opties voor de tag hebt geselecteerd moet je hier nog een trigger aan toewijzen, wanneer moet de data in de tag worden doorgestuurd?

URL fragment - Tag - Trigger selecteren - Notes
Selecteer de juiste trigger voor de juiste tag, wanneer wil je dat de tag de data doorstuurt?

Zoals je misschien wel in de gaten hebt, voor ieder fragment stellen we een trigger en een tag in. Aan het einde heb je straks vijf verschillende triggers en vijf verschillende tags.

Herhaal de bovenstaande stappen voor alle URL fragmenten.

Testen

Nu je de variabelen, triggers en tags ingesteld hebt, gaan we kijken of het ook allemaal werkt. In Google Tag Manager vind je een zogenaamde “voorbeeld” of “preview” omgeving waarin je de nieuwe tags en configuraties kunt uitproberen.

Bovenin de werkbalk vind je twee verschillende opties, “Voorbeeld” en “Verzenden”, wanneer je de instellingen eerst wil testen kies je voor “Voorbeeld”. Wil je de instellingen publiceren, of gebruiken in je website, dan klik je op “Verzenden”.

URL fragment - Testen - Notes
Klik in de werkbalk op "Voorbeeld" om je nieuwe instellingen uit te proberen.
Tag Assistant - Connect tag assistant - Notes
Google maakt gebruik van een zogenaamde tag assistent om verbinding te maken met je website en de tags uit te lezen.
Tag Assistant - Connected on the website - Notes
Er opent een nieuw scherm waarin je jou website ziet met rechts onderin een venster van de Tag Assistant.

Heb je vragen, opmerkingen of kun je wel wat hulp gebruiken bij het verbeteren van jouw website? Neem eens contact op.

We maken gebruik van reCAPTCHA om spam tegen te gaan. Lees hier de Privacy statement en de Voorwaarden die van toepassing zijn.